Geluid- en trillingsoverlast
Geluid
De gemeente heeft in 2013 een jaar lang het geluid op drie plaatsen in Borne gemeten. Bewoners konden real-time op hun eigen computer de geluidsbelastingen bekijken. De resultaten van die metingen zijn inmiddels bekend.
Geconcludeerd is dat er dagelijks circa 205 treinpassages waren. Van deze 205 treinen veroorzaakten 65 treinen een hoge piekbelasting van meer dan 75 dB(A), en zelfs 30 treinen een belasting hoger dan 80 dB(A). De Geluid Productie Planfonds (GPP) werden echter niet overschreden.
Daarnaast reden goederentreinen harder dan de toegestane 80 km/h; er werden zelfs passages gemeten van 103 km/h. Deze bevindingen zijn gedeeld met het ministerie van Infrastructuur en Milieu, ProRail, de provincies Overijssel en Gelderland en de spoorgemeenten. Ook de Tweede Kamerfracties zijn op de hoogte gesteld. Via het ambtelijk en bestuurlijk overleg in het kader van de Goederenroutering Oost Nederland, houdt de gemeente Borne de geluidsoverlast onder de aandacht. Ook in de Tweede Kamer zijn al vragen gesteld over de geluidsoverlast van goederentreinen.
Deze aandacht heeft ervoor gezorgd dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, dat de publieke gezondheid en een schoon en veilig leefmilieu bevordert), op verzoek van het ministerie van I&M, onderzoek verricht ten behoeve van de validatie van de SWUNG rekensystematiek. Het RIVM beschikt naast meetlocaties langs verkeerswegen ook over meetpunten langs spoorwegen. Om de validatie te optimaliseren, wordt ingestoken op 'poldersituaties' langs zowel het spoor als de rijkswegen. In Zenderen staat een geluidsmeterinstallatie langs het spoor.
In het kader van de Goederenroutering Oost Nederland (GON), hebben de provincies Overijssel en Gelderland ook de handen ineen geslagen. Er zullen op zeer korte termijn zes meetlocaties worden ingericht langs onder andere de IJssellijn, Twentekanaallijn en Twentelijn. De meetapparatuur die tussen Hengelo en Oldenzaal komt te staan, zal permanent, vijf jaar lang, geluid en trillingen gaan meten. Deze locatie is gekozen omdat daar alle goederentreinen richting Duitsland langs zullen komen. De zes meetpunten zullen, net als de meetpunten toentertijd in Borne en nu in Zenderen, real-time te volgen zijn op de website van Sensornet.
Trillingen
Voor trillingen is tot op heden geen wetgeving. Er is door het ministerie wel beleid gemaakt met zogenoemde richtlijnen, zoals:
- SBR-richtlijn;
- Beleidsregel trillinghinder spoor;
- Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening.
De richtlijnen hebben uitsluitend betrekking op trillingen die van buiten het te beoordelen gebouw komen, bijvoorbeeld veroorzaakt door treinen. Het gaat dus uitsluitend om trillingen die via de ondergrond en de funderingen het gebouw bereiken. Dat is tevens het beoordelingscriterium voor deel A (schade aan gebouwen). Bij deel B (hinder voorpersonen in gebouwen) worden de trillingen gemeten op vloeren, omdat daar de hinder optreedt.
Gevolgen voor Borne
De eerder genoemde punten hebben grote gevolgen voor de inwoners van Borne. Nu de staatsecretaris heeft besloten de groei van het goederenvervoer over de Twentelijn, dus door Borne, te laten rijden, zal de overlast toenemen. Dat de treinen voor 2020 via Apeldoorn komen en mogelijk na 2020 via de routevariant 'kopmaken Deventer' gaan rijden, maakt voor Borne niet uit. Ze komen altijd door Borne. Daarnaast zullen de lange werkzaamheden in Duitsland (waar een derde spoor wordt aangelegd), ook grote gevolgen hebben voor Borne.
Eén week per maand zullen meer goederentreinen door Borne gaan rijden. De planning hiervan wordt op deze website gepubliceerd.
In de MER is de prognose gegeven dat in 2030 36 goederentreinen extra per dag door Borne gaan rijden, boven op de 12 tot 15 treinen die nu al over de Twentelijn rijden. In totaal dus 56 goederentreinen per dag in 2030. Daarnaast rijden er al per uur 12 personentreinen, waarvan 8 stoptreinen en 4 intercity's.
De toename van het aantal treinen heeft als gevolg dat:
- de leefbaarheid wordt sterk aangetast;
- de veiligheid langs het spoor, maar ook rondom en op overwegen zal verminderen;
- de barrière van het spoor zal toenemen als de spoorbomen vaker en langer dicht zijn;
- geluidsoverlast zal toenemen;
- trillingen zullen toenemen.
Het ministerie zal zich moeten houden aan de Wet geluidhinder. De geluidproductieplafonds zullen nauwlettend in de gaten worden gehouden, en ook tussen Hengelo en Oldenzaal zullen metingen worden verricht om de overlast zoveel mogelijk te monitoren en het ministerie op haar verantwoordelijkheden te wijzen.
De gemeente heeft gevraagd om maatregelen die de leefbaarheid langs het spoor moeten verbeteren, of er in ieder geval voor moeten zorgen dat de leefbaarheid niet verder wordt aangetast. Denk hierbij aan raildempers, hogere geluidsschermen en het aanleggen van onderdoorgangen. Ook het inzetten van stiller materieel kan de leefbaarheid aanzienlijk verbeteren. In de MER is uitgegaan dat er in 2030 80% stil materieel op het spoor rijdt. De gemeente Borne heeft daar haar twijfels bij.
De gemeente blijft in gesprek met het ministerie naar aanleiding van de geluidsmetingen. Piekgeluiden worden nu in de wet uitgemiddeld, omdat de wet uitsluitend naar etmaalgemiddelde geluidswaarden kijkt. De gemeente Borne vindt dit niet correct en zal dit voortdurend bij de Tweede Kamer onder de aandacht blijven brengen. Ook over subsidies voor het aanleggen van onderdoorgangen blijft de gemeente in gesprek met het ministerie. Meer goederentreinen betekent dat de spoorbomen langer dicht zullen zijn en dat hulpdiensten langer onderweg zullen zijn (langere aanrijdtijden). Wellicht is er in het kader van PHS subsidie mogelijk. Hiervoor blijft de gemeente zich inzetten.
Oplossingen voor Borne
Korte termijn
Voor de korte termijn is het belangrijk dat de dichtligtijden van de overwegen tot een minimum worden beperkt. Minder treinen laten rijden is geen wenselijke optie. Daarvoor reizen te veel Bornenaren met de trein.
In Borne zijn vijf spoorwegovergangen, waarvan er vier dicht bij het station liggen. Hoe dichter bij het station, hoe langer de dichtligtijden van de overwegen. Met name de stoptreinen die in Borne stoppen en de overwegen langzaam passeren, zorgen voor erg lange dichtligtijden. De gemeente Borne denkt dat hier nog winst te behalen valt. Vaak gaan de spoorbomen al dicht terwijl de stoptrein nog niet eens op het station stil staat. In 2014 zullen alle overwegen in Borne worden gemonitord met dataloggers in het kader van het Programma Verbetering Veiligheid Overwegen (PVVO). Nadat de resultaten daarvan bekend zijn, zullen met name de dichtligtijden van de overwegen aan de Azelosestraat en de Deldensestraat (die het dichtst bij het station liggen), verder worden geanalyseerd. De gemeente verwacht dat die dichtligtijden naar beneden kunnen worden bijgesteld. Eventuele maatregelen die dan nodig zijn worden met ProRail besproken.
Middellange termijn
Voor de (middel)lange termijn is het belangrijk dat er een duurzame oplossing komt, zoals een onderdoorgang. De gemeente Borne richt zich, naast de randwegenstructuur met onderdoorgang, op een optimale leefbaarheid en veiligheid voor het lokale bestemmingsverkeer in het centrum. Een onderdoorgang in de Azelosestraat voor auto-, vracht- en fietsverkeer zal ongewenst regionaal verkeer door de kern van Borne aantrekken, en is dus geen gewenste optie als er aan de westkant van Borne nog geen onderdoorgang ligt. Op 26 juni 2014 debateert de gemeenteraad over een integrale oplossing voor langzaam verkeer in het centrum van Borne, waarbij het station ook wordt betrokken.
Budget spooronderdoorgang
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft de gemeente Borne vijf miljoen euro toegekend om de veiligheid van het spoor te verbeteren. Dit budget is beschikbaar gesteld omdat besloten is dat er geen Noord Oostelijke Verbinding van de Betuwelijn komt. Vanuit de Ontwikkelagenda Netwerkstad is 4,7 miljoen euro gereserveerd voor een spooronderdoorgang. Zelf heeft de gemeente 2,7 miljoen euro gereserveerd, en bij de Regio Twente is een aanvraag ingediend voor nog eens 2,7 miljoen. Het totale beschikbare budget voor een spooronderdoorgang komt daarmee op 15,1 miljoen euro.